logo Historische Vereniging Schiedam
> Startpagina > De Geschiedenis van Schiedam > Stedelijke ontwikkeling > Zeven eeuwen wonen en leven in Schiedam > Een aantal citaten uit de literatuur over wonen in Schiedam

Een paar rooie centen - Arij Prins


Citaat uit:

Bundel "Uit het leven"
Arij Prins

Uit: "Een buitenkansje" (pag. 19)

Tegen tien uur zeilde hij de poort van het St. Jorishof­je in, waar hij woonde. Er brandde geen licht meer achter de vensters, zodat hij op de tast het middenpad moest aflopen, om aan zijn huisje te komen.

Heel gauw ging het niet, want halverwege viel hij over de ren van een kippenhok, dat onder de sneeuw was bedolven, en het duurde enige tijd voor hij weer op de been was.
Eindelijk stond hij voor zijn woning, waarin nog licht brandde.
Tegen de witte gordijnen tekende zich het donkere silhouet van iemand af. Het was zijn vrouw, die op hem zat te wachten in hun enige vertrek, een ellendig hok, waarin gekookt, gewassen, gegeten, geslapen, in één woord alles gedaan werd.
Bij het binnenkomen van haar man drukte zij zich in een hoek, want zij wist, dat hij tot alles in staat was, 'as ie een kwade dronk over zich had.'
Vloekend strompelde hij enige malen de kamer op en neer, zonder acht op haar te slaan, en viel na zijn jas te hebben uitgetrokken, op het ijzeren bed neer, dat onder de last kraakte. Hij mompelde eerst enige onverstaanbare woorden, waarna hij in een onrustige slaap viel.
Zijn vrouw had nauwlettend zijn bewegingen gevolgd. Toen zij bemerkt had, dat het donkere lichaam niet meer bewoog, was zij naar de stoel gegaan, waarop de jas lag, om het geld er uit te halen, want zij had reeds van het buitenkansje gehoord.
Zij keerde alle zakken. om, doch er rolden slechts enige centen uit.

Overzicht citaten
< Vorige Volgende >

> Startpagina > De Geschiedenis van Schiedam > Stedelijke ontwikkeling > Zeven eeuwen wonen en leven in Schiedam > Een aantal citaten uit de literatuur over wonen in Schiedam