Historische Vereniging Schiedam | |
> Startpagina > De Geschiedenis van Schiedam > Stedelijke ontwikkeling > Zeven eeuwen wonen en leven in Schiedam > Een aantal citaten uit de literatuur over wonen in Schiedam |
Citaat uit: "De Brandende Stad" (pag. 221) Ook het huisje in het slopje werd onttooid, want WiIlem en Hein, vergezeld van hun vrouwen, zochten hun gerechte aandeel van de erfenis uit en lieten voor Chris alleen achter wat hun niet aanstond. En toen Chris Landstra na dit bezoek het woninkje terugvond, was het kaler en armelijker dan toen zijn moeder nog achter de fuchsia's zat. Het pluchen tafelkleed van' s zondags, het kleed op den vloer, de pendule onder haar stolp, het kunstig gesneden pijpenrek met vader Landstra's reliquie, en meer, was allemaal verdwenen. Alleen de fuchsia s stonden nog in het raamkozijn en de glimmende Luther hing nog aan den muur als de stille getuige van een opgekomen en weer ondergegaan familieleven, dat nimmer naar zijn stem had verlangd.
Nu moest Chris Landstra voor zichzelf zorgen, en dat beteekende verkommering, omdat hij het nooit had geleerd. Zijn karig en leeftocht moest hij halen uit de kleine winkels der volksbuurt. Wel had de gedienstige buurvrouw hem aangeboden, om eIken dag wat voor hem te koken, maar dat had hij afgeslagen. Hij gaf niet meer om warm eten, kon zijn geld beter gebruiken voor de borrels in de kroeg en kon de diensten van de buurvrouw op geen enkele wijze vergoeden. En zoo leefde hij bijna van brood alleen en van de vloeibare zonde van zijn stad. |
Overzicht citaten | |
< Vorige | Volgende > |
> Startpagina > De Geschiedenis van Schiedam > Stedelijke ontwikkeling > Zeven eeuwen wonen en leven in Schiedam > Een aantal citaten uit de literatuur over wonen in Schiedam |