Historische Vereniging Schiedam | |
> Startpagina > De Geschiedenis van Schiedam > Handel en Nijverheid |
In een villa aan de Warande vestigde zich in 1927 Blazer's Dierenhandel uit Rotterdam die de tuin en het woonhuis inrichtte als depôt voor het verhandelen van diverse soorten dieren naar verschillende landen. De drie gebroeders Blazer handelden in verschillende soorten dicren. Achter het huis was in de tuin een grote volière gebouwd die was onderverdeeld in enige afdelingen. In de volière bevonden zich min of meer zeldame vogels. Er moest nog veel worden verbouwd in de tuin want de gebroeders Blazer wilden ook een verblijfplaats hebben voor antilopen. Tegen de serre was een wat zwaardere kooi gebouwd voor de sterkere dieren die werden verhandeld. In de voorkamer was een verzameling fraaie papegaaien bijeen gebracht en in dezelfde kamer stond ook een kooi met daarin een prachtige tijgerkat.
In de achterste kamer huisde een apenkolonie in een grote kooi. In deze kooi zat ook een apen echtpaar te genieten van hun drie maanden oude apen baby.
Ook waren in deze kamer enkele buideldieren ondergebracht. Deze buideldieren dragen hun levende jongen in een buidel bij zich. Op de eerste verdieping was een kamer ingericht voor de ontvangst van honderden papegaaien uitAustralië die naar Schiedam onderweg waren. Op de zolder zaten enkele valken en daar was ook de 'ziekenzaal' waar de zieke dieren werden verzorgd.
Was het in het begin van de onderneming het voornemen van de firma Blazer om de verzameling dieren dienstbaar te maken aan het onderwijs, in de zomer van 1928 nam de firma het besluit dagelijks - dus ook des zondags - de dierentuin open te stellen voor bezichtiging, tegen betaling van 10 cent per persoon. Voor dit bedrag kon het publiek zich vrijelijk in de tuin begeven om de dieren te bewonderen. Het gebouw was niet toegankelijk voor bezichtiging, doch waren er bijzondere dieren in huis dan werden deze in kooien in de serre uitgestald zodat ze vanuit de tuin konden worden bekeken. Schoolkinderen hadden onder begeleiding voor 5 cent per persoon toegang tot de tuin. Soms gingen de heren Blazer zelf naar het buitenland om een zending dieren - die in hun opdracht was gevangen - op te halen of om één of meerdere dieren af te leveren aan een dierentuin waaraan het door de firma Blazer was verkocht.
De eerste dag van de openstelling bezochten 61 bezoekers de tuin, doch de daarop volgende zondag kwamen niet minder dan 1822 bezoekers een kijkje nemen in de tuin. Binnen een maand passeerde de 10.000 ste betalende bezoeker de toegang. De gelukkige bezoeker kreeg een mooie papegaai met een kooi aangeboden. Het waren natuurlijk niet alleen Schiedammers die de dierentuin bezochten. Ook inkopers en directeuren van binnen- en buitenlandse dierentuinen kwamen in het Schiedanise depôt een kijkje nemen wat er te koop was, vooral wanneer er weer een nieuwe zending dieren uit het buitenland was gearriveerd. Zelfs de Franse millionair Edmond baron Rothschild bezocht op 90 jarige leeftijd de dierentuin om enkele exotische vogels te kopen voor zijn volières op zijn buiten te Parijs. De baron lag met zijn jacht afgemeerd in één van de havens van Amsterdam en was met de trein in gezelschap van zijn vrouw en een verpleegster allereerst naar Rotterdam gekomen naar het kantoor van de firma Blazer en kwam toen met een taxi naar de Warande. Nog in diezelfde week werd telefonisch een bezoek aangekondigd van een twintig jarig meisje dat niemand anders bleek te zijn dan Josephine Baker. Even voor sluitingstijd arriveerde zij in een mooie ruime Studebaker bij de tuin, in gezelschap van haar manager Pepito Abatino en de oudste firmant van de firma Blazer alsmede diens echtgenote. Waarschijnlijk was voor dit bezoek bij de Politie ontheffing aangevraagd om met de auto de Warande in te mogen rijden want zoals de straatnaam al aangaf was de Warande een wandeldreef. De firma Blazer had vergunning voor het laden en lossen van dieren om met een lichte vrachtauto op luchtbanden over het wandelpad te mogen rijden. Josephine's grootste belangstelling ging uit naar de jonge dieren, de grotere dieren interesseerde haar blijkbaar minder. Ter herinnering aan haar bezoek werd haar een papegaai aangeboden welke zij dankbaar aanvaardde. Zelf wilde zij een jonge leeuw kopen en zij vroeg aan de heer Blazer of dat mogelijk was. De jonge leeuw bleek niet uit voorraad leverbaar te zijn doch er kon wel voor worden gezorgd. Zij wilde nog een dier kopen, maar kon niet zo snel op de naam komen. Om duidelijk te maken welk dier zij bedoelde plaatste zij haar lenige armen enigszins gekromd langs haar hoofd. Heel voorzichtig informeerde de heer Blazer of zij misschien een koe bedoelde. Ja, ja een koe bedoel ik zo'n mooie wit zwarte. Een beest dat je melken kan. En opnieuw was het één en al beweging en werd het melken nagebootst zowel met armen als stem. Ze sprak af dat ze na enkele dagen terug zou komen om haar papegaai op te halen en tevens om de nieuw gearriveerde dieren sinds haar eerste bezoek te bezichtigen. De heer Blazer verhoogde de entree prijs voor die uitgekozen middag om een grote toeloop van het publiek tegen te gaan.
Op de bewuste woensdag was alles in de dierentuin in gereedheid gebracht voor haar tweede bezoek. De firma Blazer had stoelen per vrachtauto's aan laten rukken. Eindelijk kwart over vier reed de Studebaker voor. Josephine was gekleed in een bleu-gekleurd manteltje van suède met een Lindbergh hoedje van dezelfde kleur. Ze had een licht blauwe sjaal omgeslagen en droeg een beige rok. Bepaald fraaie schoenen droeg ze niet, ze waren wel modieus doch ze zagen er erg bemodderd uit. Wat was n.l. het geval geweest. Op weg van Scheveningen naar Schiedam had zij tussen Delft en Overschie haar oog laten vallen op een liefelijk tafereel in één der weilanden. Ze zag een zeug met een toom biggen van misschien wel een paar dagen.
Zij wilde dat de meegekomen fotograaf daar een foto van maakte, erger nog zij wilde graag zelf de beestjes aanraken doch een sloot scheidde haar van de zeug en de biggen. Wat deed zij, ze nam een aanloop, sprong en kwam met één voet in de modder en met het andere been tot halfweg de kuit in het water terecht.
Haar schoenen werden op de Delftweg schoongemaakt en haar bemodderde kous werd in de Schie uitgespoeld. Dit voorval was er de oorzaak van dat zij later te Schiedam aankwam dan oorspronkelijk was afgesproken, maar het plezier in de dierentuin was er niet minder om. Om in het perk van de schildpadden en kaaimannen te komen, moest ze over een afsluiting van rasterwerk stappen. Bezoekers die haar kenden als naaktdanseres dachten dat zij geen moeite zou hebben om over het nog geen meter hoge hekje te stappen, doch in Blazer's dierentuin zag men het vreemde verschijnsel dat ze even aarzelde en preuts haar rokje een ruk gaf, alsof ze het vreselijk zou vinden wanneer men iets van haar been boven de knie zou zien. Voor de fotografen was de gaste wel zeer welwillend want ze liet zich regelmatig bij andere dieren fotograferen. Om ruim over vijven begaf het gezelschap zich naar het woonhuis van de familie Blazer te Rotterdam.
Aldaar liet zij zich adviseren omtrent de inrichting van dierenverblijven op haar buiten te St-Cloud bij Parijs. Daar zou o.a. ook de blaarkop koe die zij had gekocht, worden ondergebracht.
De dierentuin te Schiedam was geen lang leven beschoren. Ondanks de vele buitenlandse contacten betreffende aan- en verkoop waaronder o.a. de verkoop van pinguins aan de dierentuin in Moskou, de verkopen aan baron Rotschild en Josephine Baker en de door de bemiddeling van de directeur van de dierentuin te Adelaïde verkregen vergunnig - ondanks een verbod van uitvoer van dieren uit Australië - van een zending van 150 papegaaien, 2.000 zebravinkjes, zeldzame diamantduifjes en verschillende waaierstaartparkieten was het de firma toch niet mogelijk om het hoofd boven water te houden. Steeds meer werd het dierenbezit ingekrompen en de vermelding in september 1929 van de firma in de rubriek faillissementen, maakte een einde aan de Schiedamse dierentuin.
> Startpagina > De Geschiedenis van Schiedam > Handel en Nijverheid | |