1401 | De eerste visafslag en zeevismarkt vestigt zich in de steeg tussen de Korte Dam en de Lange Haven, tussen de Beurs en de plek waar de stadskraan staat.
| |
5-9-1405 | De stad levert nu veertig gewapende mannen, vier gravers en één wagen voor heervaart aan de graaf.
| |
17-9-1405 | Machteld, weduwe van Elyas van der Specke en Clays Wouterssone, beiden erfgenamen van Elyas, geven een huis, staande aan het Oude Kerkhof, in eigendom aan de stad. Binnen een jaar huisvest het zusters van de derde orde van St. Franciscus. Het huis draagt de naam St. Katrinenhuis. (pas in 1439 komt het voor de eerste maal als St. Ursulaklooster voor).
| |
1418 | De pest teistert Schiedam.
| |
1419 | Priester Johannes Vullinc wordt tot kapelaan van het door Vrouwe Aleida gestichte gasthuis benoemd.
| |
1420 | Bouw van waltorens, bolwercken en waichuysen op de bestaande wallen waardoor de stad beter verdedigd kan worden.
| |
1420 | De stadsklerk noteert dat er veel Schiedammers worden beboet die hun heervaert niet vervullen "ende thuys blijven".
| |
1424 | De zusters van het St. Ursulaklooster krijgen van de pastoor van Schiedam en de proost van het klooster Koningsveld te Delft o.m. het recht van een eigen gewijde kapel en de toestemming een eigen priester voor de bediening van de sacramenten en het horen van de biecht te houden.
| |
13-3-1425 | Mathias van Buduane, wijbisschop van Utrecht, wijdt de kapel en het altaar in van de kapel van het St. Ursulaklooster aan het Oude Kerkhof en verleent bezoekers en hen die zich voor de zusters verdienstelijk maken, een aflaat van veertig dagen..
| |
24-6-1425 | De kerk van Schiedam wordt op Sint Jansdach gewijd aan St. Jan door de bisschop van Utrecht, Zweder van Kuilenburg
| |
10-10-1425 | Bisschop Zweder van Utrecht geeft opdracht de zusters van het St. Katrinenhuis (later St. Ursulaklooster) voor één jaar in te sluiten, hetgeen betekent dat het zusterhuis wordt omgezet in een klooster.
| |
ca. 10-10-1425 | Hertog Philips van Bourgondië bezoekt de stad. Een aantal personen uit zijn gevolg bezoekt Liduina, vergezeld door pastoor Jan Enghel. Het gezelschap misdraagt zich waartegen de pastoor zich tevergeefs verzet.
| |
1426 | Kasteel Spieringshoek gaat tijdens Hoekse en Kabeljouwse twisten ten tweede male in vlammen op (evenals de kastelen (van) Spangen, Weena, Kralingen en Hillegaartsberg). Het wordt herbouwd als boerenhofstede.
| |
1428 | De Grote of St. Janskerk wordt uitgebreid met de noorderzijbeuk.
| |
juli 1428 | Tijdens een grote stadsbrand gaat een groot deel van de (houten) huizen in de stad verloren.
De St. Janskerk wordt (waarschijnlijk ook) aangetast. Het Sint Ursulaklooster wordt verwoest.
| |
22-4-1429 | De zusters van het St. Ursulaklooster krijgen toestemming van het stadsbestuur hun in 1428 bij de grote stadsbrand verwoeste klooster te herbouwen.
| |
19-7-1430 | Ter gelegenheid van de altaarwijding van het herbouwde St. Ursulaklooster ter hoogte van de Kethelstraat/Breestraat, verleent de bisschop van Utrecht voorrechten aan degenen die de altaarwijding meemaken.
| |
31-10-1430 | Meester Willem Hughenzoon uit Muiden wordt benoemd tot stadsarts met als opdracht "den armen zieken int (St. Jacobs)gasthuis leggende () te visiteren ende te cureren".
| |
9-5-1432 | Baertoud Zaey krijgt het gedeelte van de wallen en vesten tussen de Overschiesepoort en het Huis te Riviere in huur.
| |
14-4-1433 | Liduina overlijdt na een ziekte van 38 jaar, 53 jaar oud.
| |
17-4-1433 | Liduina wordt "aen die suyt syde van den kerckhof", net buiten de St. Janskerk, begraven.
| |
1434 | Met betrekking tot de visvangst wordt een keur (verordening) die allerlei bepalingen bevat over de kwaliteit en verkoop van haring, door het stadsbestuur uitgevaardigd.
| |
1434 | Over het graf van Liduina, naast de zuidmuur van de Grote of St. Janskerk, wordt een stenen kapel met altaar gebouwd.
| |
17-4-1438 | Het St Ursulaklooster ontvangt toestemming het complex te vergroten en er een nieuw huis te bouwen.
| |
1439 | De stadsschool is "achter tkerckhof" gevestigd.
| |
19-10-1439 | St. Ursula wordt voor de vierde keer als patrones van het St. Ursulaklooster genoemd.
| |
19-10-1439 | De bisschop verleent een aflaat aan hen die op bepaalde feestdagen het Ursulaklooster bezoeken en schenkingen doen ten behoeve van de nieuw te bouwen kapel.
| |
1440 | Opbloei van de lakennijverheid te Schiedam
| |
1442/1443 | Bouw van het mannenklooster van de Kruisbroeders of Kruisheren op een terrein dat wordt begrensd door de Broersvest, het latere Herenpad, Broersveld en de Lange Kerkstraat.
| |
6-8-1445 | Pieter Jacobszoen wordt veroordeeld tot het maken van een bedevaart naar Onze Lieve Vrouwe te Aken en verbanning uit de stad voor één jaar omdat hij de hoofdman van de wacht kwalijk had toegesproken.
| |
6-8-1445 | Wouter Vranckenzoen wordt veroordeeld tot zes jaar verbanning uit de stad, omdat hij 's nachts buiten medeweten van de wacht de stad was binnengeklommen.
| |
1446 | Eerste vermelding van de Noordmolen op de Noordvest.
| |
10-6-1447 | Inwijding van de nieuwe kapel van het St. Ursulaklooster door de vicaris-generaal van het bisdom Utrecht.
| |
ca. 1450 | Hertog Philips de Goede bevordert de beperking van het aantal vroedschappen en de vorming van vaste colleges zodat in Schiedam een college van veertig personen voortaan wordt benoemd voor één jaar.
| |
ca. 1450 | Het stadsbestuur ontwikkelt maatregelen die gericht zijn op een verbetering van de kwaliteit van de stedelijke bebouwing. In met name genoemde straten dienen de huizen voorzien te worden van harde daken, dus verwijdering van de rieten daken hetgeen grote stadsbranden moet voorkomen en bemoeilijken.
| |
5-8-1451 | In een rechtszaak wordt het gerecht omschreven als bestaande uit baljuw, schout, burgemeesters, schepenen en raden.
| |
1455 | Levering van de oudste der drie luidklokken van de St. Janskerk door Willem van Sloterdyc en Steven Butendyc. Deze klok wordt de brand- en noodklok genoemd. Het randschrift luidt (vertaald): Ik loof den waren God - ik roep het volk - ik verzamel de geestelijkheid - 1455 - ik beween de gestorvenen - ik verjaag de pest - ik luister de feesten op. Hiermee is duidelijk wanneer de klok nog meer werd geluid.
| |
1456 | Pater Brugman modelleert het leven van Lidwina naar de mystieke voorwaarden waaraan een heiligenleven heeft te voldoen.
| |
16-12-1458 | Turftelster Agnies, weduwe van Adriaen Eekenzoen heeft bewust meer turven geteld dan er werkelijk zijn. Dat wordt ontdekt en ze wordt daarom veroordeeld om met een mand vol turf door alle straten te lopen en na deze schandtocht mag zij geen beëdigd turftelster meer zijn.
| |
18-6-1460 | Hertog Philips van Bourgondië; verleent de stad het privilege dat binnen de grens van 300 roeden buiten de wallen en poorten geen dranken mogen worden genuttigd zonder de betaling van de accijns aan de stad.
| |
12-3-1461 | Het klooster Leliëndaal wordt gesticht in het sterfhuis van Lyduiwy Pietersdochter aan de Bogaardstraat (bij de huidige Lange Achterweg).
| |
8-8-1463 | Hertog Philips van Bourgondië, bijgenaamd de Goede, beperkt de bevoegdheden van de baljuw. Hij mag voortaan uit de resterende zeventien personen van een kiescollege van eenentwintig waaruit eerst twee burgemeesters en twee tresoriers zijn gekozen, alleen nog de zeven schepenen benoemen.
| |
22-6-1465 | Bij de processies die enkele malen per jaar over de stadswallen van de stad trekken, lopen de gilden in een vaste volgorde mee, het St. Anthonisgilde van de dragers loopt altijd voorop.
| |
ca. 1470 | De stadsklerk tekent aan dat een aantal met name genoemde personen heeft beloofd hun huizen met rieten daken af te breken.
| |
25-6-1470 | Het stadsbestuur wenst in het (St. Jacobs)gasthuis alleen zieken toe te laten en de vele tot dan toe opgenomen mensen zoals bejaarden, afgeleefden, armoedzaaiers, etc. uit te sluiten. Het bleef echter bij een voornemen gelet op de bevolking van het huis in de jaren daarna waarin zelfs krankzinnigen en personen die hun plaats inkopen worden toegelaten.
| |
9-12-1471 | De inventaris van Grietie Claesdr. een bagijn die in een huisje aan het Bagijnhof (bij het Oude Kerkhof) woonde omvat volgens een zeker vonnis: 1 bedde mit een deken, 3 slapelaken, 2 oircussens, 4 zitcussens, 4 biercannen, 3 platielen, 1 scuttel, 1 sausier, 1 zoutvat, 1 wijwatervatgen, 1 tresoer, 1 sponne, 1 catgen, 3 stoelen, 1 kintstoel, 1 vautafel, 1 rondetafel, gordinen mit 1 roe, 1 ketel en 1 roester.
| |
5-7-1477 | Pouwel Pouwelsz, poorter van Delft, laat het Oude Manhuis te Schiedam goederen na, waaronder een groot aantal kostbare relieken.
| |
1481 | Uit stadsrekeningen van Bergen op Zoom blijkt dat Schiedam een getijdemolen bezit. In ieder geval is die niet identiek met de molen in de Vlaardingerstraat want deze werd eerst in 1596 gemaakt, aldus Van der Feijst.
| |
31-10-1481 | Onder leiding van Geryt Claesz Visch verzet zich een vijf- of zestal mannen tegen de verplichting zich bij de grafelijke troepen voor een krijgstocht (heervaart) naar Utrecht aan te sluiten.
| |
1482 | Pieter Jacobsz Veenlant, een zeer vermogend man, is in deze periode zeventien keer tot burgemeester benoemd en vele malen kerkmeester.
| |
1482 | Het (St. Jacobs)gasthuis heeft drie regenten, te weten Jacob Aertsz, Mees Jansz en Jan Oudsierss, waarschijnlijk alle drie lid van de vroedschap.
| |
8-8-1483 | Enkele onverlaten worden veroordeeld tot het maken van bedevaarten respectievelijk naar Galicië en Rome en tot verbanningen van resp. vijf tot tien jaren omdat zij 's bij nacht en ontij de stad zijn binnengeslopen, de wacht met onbetamelijke woorden hebben bedreigd en zelfs hebben geslagen.
| |
ca. 1485 | Buiten de Overschiese Poort wordt het Leprooshuis gebouwd.
| |
1486 | Het wordt Schiedammers verboden om goederen te dragen tenzij men poorter is en lid van het St. Anthonisgilde.
| |
1486 | Pieter Veenlant is tresorier (penningmeester) van de stad.
| |
13-10-1487 | Baljuw en schepenen van Schiedam noemen in een akte de manhuysmeesters. Het is de eerste aanwijzing voor het bestaan van een oude mannenhuis te Schiedam).
| |
18-11-1488 | Jonker Frans van Brederode komt vanuit Zeeland met een groot aantal schepen en neemt Rotterdam in. Dit is het begin van de Jonker Fransen oorlog die 36 weken zal duren. Vanuit Rotterdam dreigt Frans van Brederode ook Schiedam in te nemen: verschillende malen vinden schermutselingen plaats.
| |
1489 | De graaf van Egmond bezoekt Schiedam om met de vroedschap te beraadslagen over de verdediging van de stad tegen Frans van Brederode, die Rotterdam al had ingenomen en nu Schiedam bedreigde.
| |
1489 | Verschillende inwoners van Schiedam worden (soms) zwaar gestraft omdat zij in woord en daad tot verzet kwamen tegen de stedelijke overheid die moeite doet om de stad tegen Frans van Brederode te verdedigen.
| |
14-2-1489 | De Hoekse Frans van Brederode tracht het Kabeljauwse Schiedam in te nemen hetgeen mislukt waarbij verschillende verdedigers sneuvelen zoals ene Wybrant Jacobszn uit Amsterdam (zijn grafsteen is nog in de Grote Kerk te zien) en Engelbracht Danielszn.
| |
14-2-1489 | De (Hoekse) Jonker Frans van Brederode doet een mislukte poging om het overwegend Kabeljauwse Schiedam vanuit Rotterdam in handen te krijgen. In de volgende eeuw is deze gebeurtenis aanleiding voor het schrijven van het rederijkersstuk 't Spul van de Joncker Franssenoorloch uit de Schiedamse rederijkers kamer De Roode Rosen.
| |
3-11-1489 | De door hertog Philips van Bourgondië ingevoerde beperking van vaste colleges leidt er in Schiedam toe dat een college van veertig eerbare mannen, genomen uit de vroedschappen en voor één jaar benoemd, gemachtigd om in handelszaken te getuigen, wordt geïnstalleerd en de gemene vroedschap wordt genoemd.
| |
14-5-1494 | Een deel van de stad brandt waardoor 109 huizen worden verwoest.
| |
1494 | De landsregering stelt een onderzoek in (de Enquete) naar het vermogen van steden en dorpen in Holland en Friesland. Deze Enquete vermeldt dat er in Schiedam 574 minus 109 afgebrande is 465 haardsteden staan, waarvan er ca. 165 in slechte staat verkeren. De Enquete vermeldt verder dat 14 haringbuizen en één "coopvaerder" hun thuishaven in Schiedam hebben hetgeen een achteruitgang van resp. 22 en 3 a 4 ten opzichte van de regeringsperiode van Hertog Karel betekent, bovendien zijn de 14 buizen in slechte staat. Er zijn 8 bierbrouwers maar slechts werk voor 2 à 3 en met met de draperie (is lakennijverheid) is het slecht gesteld.
| |
1495 | Schiedam verwerft de polder Frankeland.
| |
1498 | De kerkmeesters besluiten het door Johannes Brugman geschreven levensverhaal over Liduina (de 'Vita Lidwine de Schiedam') in druk uit te brengen omdat men het aan haar toeschrijft dat Schiedam van plundering gevrijwaard is gebleven door de troepen van Jonker Frans van Brederode, de voorman van de Hoeken. De drukker is Otgier Pieterszoon Nachtegael.
| |
6-10-1498 | Priester Allaert Dircksz wordt (her)benoemd tot organist van de St. Janskerk (die dan dus al een kerkorgel heeft).
| |
12-7-1499 | De vroedschap benoemt Jacob Holy tot stadsadvocaat (juridisch adviseur).
| |
1e helft 16e eeuw | Pieter Willemsz. van Beveren is vroedschap en burgemeester van Schiedam.
| |