| Een brandersmolen onderscheidt zich van andere korenmolens die voor de bakkers maalden (bakmolen), doordat het brandersgoed (mout of rogge) alleen gebroken of grof gemalen hoeft te worden. Dit gaat sneller dan fijn malen en de capaciteit van de molen is veel hoger. Dit kan alleen bereikt worden doordat de molen zelf en de werkzaamheden binnen de molen anders ingericht worden. In de grote Schiedamse molens is dit mogelijk doordat er veel zolders beschikbaar zijn waar goederen o.m. tijdelijk kunnen worden opgeslagen. De maalzolder is in een Schiedamse brandersmolen gelegen op de baliezolder, in tegenstelling tot bakmolens waar de maalzolder één verdieping hoger ligt. Bij omzetting van brandersmolen naar bakmolen (en omgekeerd) zoals dat bij de Schiedamse molens in geschiedenis meermalen is gebeurd, wordt de molen dus ook inwendig verbouwd. De personeelsbezetting is ook hoger: 8 á 9 man tegen 3 á 4 man op een bakmolen.
Bron: Schiedams Molennnieuws, 1985. |