| P.M. Snickers (1816-1895) werd in 1877 door de paus tot bisschop van Haarlem benoemd. Hij was de eerste bisschop afkomstig uit het bisdom zelf: hij was geboren in Rotterdam uit een bemiddelde koopmansfamilie. Hij bleek een wijs en krachtig bestuurder, erudiet en hoogontwikkeld. Een man van weinig woorden. Er is een anecdote dat hij met zijn secretaris naar Rome reisde. Uiteraard met de trein. Bij het instappen in Amsterdam zei hij: "Daar gaan we dan". Bij de aankomst in Rome: "Daar zijn we dan." En verder werden er geen woorden gewisseld.
Aartsbisschop van Utrecht
In 1883 stierf Mgr. Andreas Schaepman, de eerste in Utrecht zetelende en wonende aartsbisschop van Utrecht. En korte tijd later werd bisschop P. Snickers van Haarlem tot aartsbisschop van Utrecht benoemd.
Ook daar bleek hij een krachtig bestuurder. Zijn voorganger had hem een bisschoppelijke congregatie nagelaten: de Fraters van Utrecht. Die congregatie, gevormd naar het model van de Fraters van Tilburg, zou frater-onderwijzers in één congregatie samen brengen met paters, met priesters, die zich aan bijzondere zielzorg zouden moeten wijden, vooral in door de congregatie beheerde en bemande instituten.
Maar mgr. Snickers zag daar niets in, en al ver vóór dat in Tilburg gebeurde maakte hij de ene pater, superior van de congregatie, los van de congregatie, en liet twee anderen, die zich voorbereidden op het priesterschap, naar priestercongregaties overgaan. Als 'lekencongregatie' kwamen de fraters van Utrecht toen tot grote bloei.
In 1895 vroeg aartsbisschop Snickers een coadjutor met recht van opvolging. Hij kreeg die op 18 februari 1895 in de persoon van Henricus van de Wetering, pastoor van de St.Vituskerk in
|