| Rond 1900 gebruikte, in onbruik geraakte, naam voor de Brandersbuurt, het gebied ten noorden van de Schie en Dam. Alles stond in die tijd in verband met de jeneverindustrie: "De jeugd speelde of op de vaten die in rijen van twee-, soms driehoog in elke steeg stonden, of in de distilleerderij wanneer ze binnen mochten om eten te brengen aan de brandersknechts die er werkten van 's morgens zes tot 's avonds achten. Het vrouwelijk deel van de bevolking deed, omdat de lonen daar even laag waren als die welke in de Wezenbuurt werden verdiend, het zware werk in de kurken- en capsulefabrieken en iedereen die niet daar of in de branderij stond, werkte dan wel als kuipersknecht, als waker bij de vuren op de eesten of bracht de spoeling de boer op." (Bron: Schiedam rond de eeuwwisseling, Hans van der Sloot) |