23-2-1787 | Bij de patriottische burgemeester Nanning de Greeve, tevens gedeputeerde ter Statenvergadering in Den Haag, worden in de nacht door prinsgezinden de ruiten van zijn huis aan de Tuinlaan ingeslagen. Er wordt een premie van 300 gulden uitgeloofd om de dader(s) te pakken te krijgen.
| |
6-10-1787 | Een woedende menigte belaagt het huis van de patriottische, Lutherse predikant J. Hoop. Toegesnelde brandersknechts verhinderen reeds begonnen vernielingen; ds. Hoop moet vluchten. Na terugkeer krijgt hij van de burgemeesters een preekverbod opgelegd.
| |
6-10-1787 | Tijdens de onlusten op deze avond komen brandersknechten hun Lutherse predikant J. Hoop, wiens woning wordt geplunderd, te hulp. De Duitse brandersknechten delven het onderspit en zijn het slachtoffer van een smeulende vreemdelingenhaat.
| |
6-10-1787 | In de avond breken onlusten uit en worden de ruiten van de huizen van als patriot bekend staande personen ingeslagen. Het Zwitsers garnizoen uit Hellevoetsluis (dat op 30 september 1787 de plaats van het Pruisische garnizoen heeft ingenomen) doet niets om het oproer te keren.
| |
7-10-1787 | Op de avond van deze zondag verzamelt zich voor het stadhuis een menigte die de opheffing eist van het vrijkorps, nu weer Schutterij geheten) die gezien wordt als een instelling die het net herstelde stadhouderschap zal kunnen tegenwerken.
| |
8-10-1787 | De vroedschap voldoet aan het verzoek van de burgers van 7 oktober. Daarna neemt de onrust toch toe: de plaatsvervangende schout wordt de stad uitgejaagd; de vaandels worden verbrand; de wapens van ontslagen schutters worden opgehaald. Het volk eist het ontslag van de niet-prinsgezinde vroedschappen De Beer, Keuchenius, Van der Heijm en Pielat van Bulderen. De vroedschap belooft dit voor te leggen aan de stadhouder.
| |