1847 | Het aantal mouterijen houdt steeds verband met het aantal branderijen volgens de cijfers van het Schiedamsch Jaarboekje in de jaargangen
1847-1851 - 1856-1861 - 1866-1871 - 1871-1876 en 1881-1886
| |
1850 | Opleving van de moutwijnindustrie in Schiedam.
| |
ca. 1876 | De Schiedamse nijverheid is zeer eenzijdig samengesteld en vooral afhankelijk van de toestand in de moutwijnindustrie.
| |
1876 | De Kamer van Koophandel gebruikt de term "niet onbevredigend" voor wat de bedrijfsresultaten in de moutwijnindustrie betreffen.
| |
1882 | Het aantal distillateurs varieert tussen 43 en 48. De samenhang tussen branderijen en distilleerderijen is kleiner dan die tussen branderijen en mouterijen.
| |
1883 | Er worden verkoopcombinaties gesticht in de de brandersbranche hetgeen wijst op productiebeperking.
| |
ca. 1890 | Graan en melasse-spiritus worden grote concurrenten voor de fabricage van moutwijn uit mout.
| |
ca. 1897 | In Nederland wordt nu ook goedkope spiritus gebruikt als grondstof voor jenever. Dit is goedkoper en een geduchte concurrent voor de moutwijnjenever.
| |
1897 | De brandersnijverheid is al geruime tijd in verval. De ondergang van de moutwijn-industrie wordt versneld door de invoering van de wet betreffende de accijns op suiker.
| |