15-12-1583 | De rector van de stadsschool, Mr. Lucas Jansz, wordt voor de tweede maal herbenoemd. Hij moet de kinderen "in de vreze Gods" onderwijzen, achting en discipline bijbrengen, verder moet hij ze leren lezen, schrijven en latijn en psalmen en gezangen zingen. Hij leidt dus een in opzet Latijnse School. Zijn jaarsalaris is naast vrij wonen en accijnsvrijdom tien tonnen "drinckbijer", 52 gulden van de stad, 52 van de kerk en 16 van het armbestuur. Bovendien van elk kind nog schoolgeld.
| |
1-5-1589 | Herbenoeming van de rector van de stadsschool, Mr Lucas Jansz., voor een periode van vijf jaar. Het benoemingscontract vermeldt dat hij zo spoedig mogelijk een (definitieve) "Latynsche schole" moet oprichten teneinde te voorkomen dat Schiedamse kinderen voor hoger onderwijs naar andere steden moeten uitwijken. De opheffing van "byscholen" (particuliere scholen) moet ervoor zorgen dat er voldoende leerlingen voor de school zijn. De rector moet zich dan wel alleen met het onderwijs bezig houden en dus geen bijbaantjes hebben.
| |
3-9-1593 | De vroedschap ontslaat de rector van de stadsschool Mr Lucas Jansz. omdat zijn onderwijs beneden de verwachting is als gevolg van het uitoefenen van sinds 8 mei 1589 verboden nevenfuncties.
| |
17-10-1642 | Mr. Cornelis van Ram wordt benoemd tot Frans schoolmeester op de Latijnse school. Hij moet onderwijzen in 'lesen, schrijven, duijtsch, franchois, cijfferen, bouckhouden ende anders'.
| |
22-6-1654 | Mr. Le Beau 'schoolmeester tot Sprang' wordt benoemd tot Frans schoolmeester op de Latijnse school.
| |
7-9-1654 | Rector Damasius Couwenhoven van de Latijnse (stads)school, wordt een pensioen toegekend wegens 'indispositie aen sijn gesicht' (een oogziekte, blindheid of iets dergelijks). Er wordt tot 1684 geen opvolger benoemd.
| |
17-2-1659 | Uit correspondentie tussen de vroedschap en de Franse schoolmeester van de Latijnse School Mr. André le Beau, blijkt dat de stadsschool een 'menichte van costkinderen was hebbende'
| |
22-3-1665 | De vroedschap besluit wegens het overlijden van Mr. André le Beau, de Franse leraar aan de Latijnse of stadsschool, opnieuw een Franse schoolmeester aan te stellen, namelijk Adriaen van Blijenburg.
| |
18-4-1667 | Omdat de Franse schoolmeester Adriaen van Blijenburg 'onbequaem' wordt geacht voor zijn taak vraagt de vroedschap de hervormde predikanten of het aan te raden is een Latijnse schoolmeester aan te stellen. De dominees adviseren een Franse schoolmeester te benoemen en daarnaast een vierde predikant die het onderwijs in de Latijnse taal op zich kan nemen. Het advies wordt overgenomen.
| |
10-5-1672 | Adriaen van der Wiel, schoolmeester te Sprang en neef-oomzegger van André le Beau, wordt aangesteld als Frans schoolmeester op de Latijnse School.
| |
3-9-1674 | Adriaen van der Wiel, Frans schoolmeester aan de Latijnse school, dient een verzoek in bij het stadsbestuur om tot vergroting van de school over te mogen gaan. Het verzoek houdt onder meer in op het achtergebouw een kamer te bouwen met 15 á 16 slaapplaatsen voor internaatskinderen.
| |
1675 | Willem Brent wordt aangesteld als stadsschoolmeester
| |
15-1-1685 | Er wordt weer onderwijs in Latijn gegeven aan de stadsschool te Schiedam. Rector is Adrianus Gagius terwijl de Franse schoolmeester nog in de school lesgeeft en in de woning aan het Oude Kerkhof woont.
| |
19-2-1694 | De vroedschap besluit - na het verzoek van rector Adrianus Gagius hem een vrije woning toe te wijzen - de Franse schoolmeester Willem Brent te ontslaan als hoofd van de stadsschool en zijn woning aan rector Gagius van de Latijnse school toe te wijzen.
| |
18-5-1734 | De vroedschap besluit het bouwvallig en vervallen gebouw van de Latijnse school te verbeteren.
| |
1782 | De Latijnse School, voorloper van het Stedelijk Gymnasium, wordt gebouwd.
| |
10-2-1783 | Een voorstel van rector om enige noodzakelijke vernieuwingen in het schoolgebouw van de Latijnse School toe te passen, wordt door de vroedschap overgenomen.
| |
1850 | De Latijnse school met rector dr. G.C. Brillenburg, heeft in het schooljaar 1849-1850 zes leerlingen. Het docentenkorps bestaat uit 2 personen: 1 rector en 1 onderwijzer "der hedendaagsche talen, enz."
| |
16-12-1869 | De Latijnse school - tot nu toe gevestigd aan het Oude Kerkhof - wordt ondergebracht in een lokaal van de Rijks Hogere Burgerschool.
| |
13-2-1879 | De wet op het Hoger Onderwijs uit 1876 heeft nu tot gevolg dat het stadsbestuur besluit de Latijnse school op te heffen en om te zetten in een Gymnasium.
| |
1970 | Het honderd jaar oude achtergebouw van de voormalige Latijnse School aan het Kerkhof wordt gesloopt.
| |
20-061870 | De Gemeenteraad benoemt de heer de. K.W.M. Montijn tot rector van de Latijnse School.
| |