19-4-1887 | Eerste samenkomst van de "Dolerenden" in het Verenigingslokaal aan de Lange Haven onder leiding van Dr. W. Geesink, predikant van de Dolerende kerk te Rotterdam.
| |
19-4-1887 | De kerkenraad van de Nederlands Hervormde kerk Schiedam notuleert dat bericht is ontvangen van het Classicaal bestuur dat ds. H.H. Veder provisioneel (voorlopig ) is geschorst omdat hij 'het synodale juk afwierp' en zich aansloot bij de 'dolerenden'.
| |
13-5-1887 | De eerste kerkenraadsvergadering van de Nederduitsch Gereformeerde kerk te Schiedam. Deze wordt beschouwd als het officiële begin van de Doleantie. De kerkdiensten worden gehouden in het Verenigingslokaal aan de Lange Haven 27, een door de heer J. Hoek tot kerkzaal verbouwd pand.
| |
13-5-1887 | Ds. H.H. Veder, op 16 april 1887 afgetreden als predikant van de Hervormde gemeente te Schiedam, neemt het beroep aan dat de Nederduitsch Gereformeerde kerk (Dolerenden) te Schiedam uitbrengt waarna hij nog dezelfde dag wordt bevestigd.
| |
30-7-1888 | De kerkenraad van de Dolerende gemeente te Schiedam besluit dat - aansluitend bij een bekendmaking van de synode, de naam van de gemeente voortaan Nederduitsch Gereformeerde Kerk zal zijn.
| |
6-4-1890 | De nieuwe Nederduitsch Gereformeerde Oosterkerk aan de Rotterdamsedijk wordt in gebruik genomen. (Blijkens het boek De Geschiedenis van de Gereformeerde Kerk van Schiedam, pag. 124, is de datum niet zeker, het kan ook een week later geweest zijn).
| |
31-12-1890 | Het Gemeenteverslag van 1890 vermeldt dat er 515 leden tot de Christelijk Gereformeerde Kerk (de voormalige Christelijk Afgescheiden Gemeente) behoren.
| |
11-1-1891 | Ds. H.H. Veder neemt afscheid van de Nederduitsch Gereformeerde kerk van Schiedam wegens aangenomen beroep naar Rotterdam.
| |
15-2-1891 | Ds. K. van Goor neemt afscheid van de Christelijk Gereformeerde Gemeente.
| |
5-11-1891 | De kerkenraden van de Nederduitsch Gereformeerde kerk (Oosterkerk) en de Chr. Gereformeerde kerk (Plantagekerk) besluiten de weekdiensten (op donderdagavond) gezamelijk te houden, beurtelings in één der kerkgebouwen. Een eerste stap naar éénwording.
| |
24-1-1892 | Ds. S.T. Goslinga van Bolsward wordt bevestigd als predikant van de Christelijk Gereformeerde Gemeente Schiedam door Ds. L. van der Valk uit Delft.
| |
17-6-1892 | In een gezamelijke vergadering besluiten de synode van de Christelijk Gereformeerde Kerken en de voorlopige synode van de Nederduitsch Gereformeerde Kerken tot inéénsmelting van de kerken die zijn voortgekomen uit de Afscheiding (1834) en de Doleantie (1886).
Zij zullen voortaan samen de Gereformeerde Kerken heten, respectievelijk met de toevoeging A en B.
| |
22-6-1892 | De kerkenraad van de Nederduitsch Gereformeerde kerk (Oosterkerk) besluit de naam te wijzigen in Gereformeerde kerk van Schiedam (B).
| |
23-5-1893 | Ds. D. Boonstra legt zijn ambt in de Gereformeerde kerk B neer wegens terugkeer naar de Nederlands Hervormde Kerk.
| |
31-12-1895 | Het Gemeenteverslag van Schiedam vermeldt dat in 1895 de Gereformeerde kerk A (Christelijk Gereformeerdekerk/Christelijk Afgescheiden Gemeente) 552 leden telt en de Gereformeerde kerk B (Nederduitsch Gereformeerde kerk/Dolerenden) 337 leden.
| |
28-9-1900 | De kerkenraad van de Gereformeerde Kerk A besluit definitief tot ineensmelting met de Gereformeerde Kerk B. (Zie ook 1 april 1901)
| |
1-4-1901 | De inéénsmelting van de Gereformeerde kerken A en B tot de Gereformeerde kerk van Schiedam is een feit: de eerste kerkenraadsvergadering wordt in de Oosterkerk gehouden
| |
19-5-1912 | Zowel in de Plantagekerk als in de Oosterkerk wordt aandacht geschonken aan de Afscheiding en de Doleantie die in Schiedam resp.75 en 25 jaar geleden plaats vonden.
| |