logo Historische Vereniging Schiedam
> Startpagina > De Geschiedenis van Schiedam > Stedelijke ontwikkeling > Monumentale gebouwen

De Passage en het Passagetheater en de Nieuwe Passage


De Passage

De Passage, oorspronkelijk door de Schiedamse architect P. Sanders (1882-1937) gebouwd, werd reeds bij de eerste opening in 1932 als een grootsteedse winkelgalerij beschouwd. Minder positief werd echter beoordeeld dat ze "dood liep" via de brede en steile trap die in het Broersveld uitkwam. Maar ondanks dat schreef De Nieuwe Schiedamse Courant destijds bij de opening: "Is er nog een tweede stad van Schiedams grootte, die over een Passage beschikt? en: Zelfs in het buitenland - daar kijken wij toch zo graag naar - zal moeilijk een passage te vinden zijn, die met de onze op één lijn kan worden gesteld. Wel willen wij benadrukken, dat onze onbekrompen lof zich hoofdzakelijk tot de architectonische verdiensten van het geheel beperkt, omdat wij het nog altijd mogelijk achten, dat men deze passage passeeren zal en links of rechts laten liggen, wijl het Broersveld maar een heel tamme straat is en de noodzakelijkheid om van onzen nieuwen doorgang gebruik te maken, niet bijzonder groot. Hopen we echter dat onze vrees waardeloos zal blijken en men het optimisme der winkeliers die zich in de Passage nestelden, later een volledig uitgekomen profetie mag noemen."

Die eerste Passage, aldus de krant, was 37 meter lang en 7 meter breed. Aan de winkels was veel zorg besteed, zowel wat uiterlijk als interieur betreft. De borstweringen en de pilasters daarvan waren van bruingetint gepolijst travertin en de spiegelruiten gevat in bronzen omlijstingen terwijl de deuren en bovenlichten in teakhout waren uitgevoerd. Het licht kwam overdag door de overdekking met een dubbele glazen kap, waarvan de onderste van opaline glas was. Hierdoor werd een diffuus licht verkregen. 's Avonds zetten 52 lampen de Passage in een zee van licht die tussen beide glazen kappen waren aangebracht. De vloer bestond uit licht- en donker-roodbruine, gevlamde hardgebakken tegels die dambordsgewijs geplaatst waren. Dat 'dambord' werd hier en daaronderbroken door prismavloerglastegels die licht naar de kelderruimte onder de Passage doorlieten. Onder de winkels en de vloer bevonden zich de bevoorradingskelders. Achterin de Passage, gezien vanaf de Broersvest, bevond zich de trap naar het lager gelegen Broersveld. Boven die trap was een kleurig glas-in-loodraam geplaatst, afkomstig uit het atelier van W. Bogtman uit Haarlem. In dat raam waren de afbeeldingen van een vliegtuig, een zee- en een binnenvaartschip, een vrachtauto, een locomotief, een elevator, kranen, een kade, enz., te zien die samen het symbool vormden van techniek, verkeer, handel en industrie. Boven de ingang van de Passage en de winkels aan de Broersvestzijde, waren zes woningen gebouwd terwijl het achtergebouw aan het Broersveld nog eens vier woningen telde. Behalve de twee winkels bij den Broersvestingang, die elk over een etalagelengte van 16 meter beschikten, waren er nog 16 winkels in de Passage, waarvan 5 dagwinkels, d.w.z. zonder de daarbij behorende woongelegenheid. Bij de 11 overige winkels was de woonkamer en de keuken boven de verkoopruimte gelegen en op de tweede verdieping vond men 3 ruimten, die als slaapkamer ingericht konden worden.


Het Passagetheater

In de Passage was ook de ingang van de 'schouwburg' zoals architect Sanders de concert- en bioscoopzaal noemde. Die ontwierp hij, net als de Passage overigens, in opdracht van Exploitatie Maatschappij Korsten/Nonius Studio. Dit prachtige complex werd door de beroemde A. Tuschinsky geëxploiteerd. Vele Schiedammers hebben de bioscoopzaal, toen ze het filmpaleis voor de eerste maal betraden, met ingehouden adem bekeken. De luxe was ongekend voor die tijd, middenin de crisis van de dertiger jaren. Het prachtige Standaartbioscooporgel waarop coryfeeën als Cor Steijn en vaste organist Joop Walvis speelden, zullen de oudere Schiedammers nooit vergeten. De Passage en het Passagetheater waren een begrip in Schiedam en zonder meer het meest prestigieuze project dat architect Sanders realiseerde.


De Nieuwe Passage

Die oude Passage is dankzij het initiatief van de gemeente en een projektontwikkelaar niet gesloopt maar gemoderniseerd. Het Passagetheater met de later daaraan gebouwde serre is wèl afgebroken. Het moest plaats maken voor een parkeergarage. De voormalige foyer van het theater, vanuit de Passage herkenbaar aan de hoge ramen in de gevel, kon met de vrijwel oorspronkelijke hoogte en lengte behouden blijven. Binnen afzienbare tijd zal op het Stadserf een een nieuw theater verrijzen. Daarin zal ook het inmiddels gerestaureerde Standaartorgel een plaats vinden.

De nieuwe Passage is nu een ultramoderne winkelgalerij die de Broersvest, via een doorgang óver het Broersveld, verbindt met een tweede winkelgalerij die weer op de Hoogstraat aansluit. Dit geheel nieuwe overdekte winkelcentrum kent twee verdiepingen waardoor het ook vanuit het lager gelegen Broersveld is te bezoeken.

De entree van de Passage aan de Broersvestzijde heeft nog steeds de oorspronkelijke, nu gerestaureerde gevel. De woningen daarboven hebben ook nog hun oorspronkelijke indeling maar zijn nu op een centraal trappenhuis aangesloten. Op alle verdiepingen zijn de oorspronkelijke vensters nog aanwezig. De puien op de balkons zijn in een aantal gevallen voorzien van de originele glas-in-lood-panelen. Kenmerkend zijn de driehoekig uitgebouwde `erkervensters' met stalen ramen, oorspronkelijk eveneens bezet met glas-in-lood. De twee achtzijdige hoektorens, die oorspronkelijk van glazen bouwstenen waren voorzien, zijn eveneens gehandhaafd. De winkels in de Passage hebben de oorspronkelijk bronzen winkelpuien behouden en de gevels daarvan zijn aan de kopzijden voorzien van grote verticale lichtstroken waarin oorspronkelijke gebrandschilderd glas-in-lood van het atelier Bogtman te Haarlem is opgenomen. De woningen ìn de Passage, boven de winkels, waren niet meer nodig en werden dienstruimten voor de winkels eronder. De lange gevels bóven de winkels zijn onderverdeeld door een verticaal element ter plaatse van de scheiding tussen twee woningen. De overdekking van de winkelpassage is opnieuw dubbel uitgevoerd: de onderste kap van melkglas en de bovenste van maximaal lichtdoorlatend transparant glas. De onderkeldering van de Passage is gehandhaafd maar de kelders zijn nu berging voor de woningen in het voorgebouw. De middengang van de kelderverdieping krijgt ook nu daglicht door een aantal glazen vloertegels die wederom in het tegelpatroon van de daarboven liggende vloer zijn opgenomen. Het achtergebouw van de Passage aan de Broersveldzijde, met de daarin aanwezige vier woningen werd afgebroken waardoor de eerder genoemde moderne doorgang naar het winkelcentrum aan de overzijde van het Broersveld kon worden gerealiseerd.

Het geheel ademt een gezellige sfeer. Architectenbureau Ellerman/Lucas/Van Vugt en projectontwikkelaar MAB uit Den Haag hebben Schiedam een winkelcentrum gegeven dat er zijn mag. De vernieuwde Passage is mét het woongebouw op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst hetgeen een garantie betekent voor nog heel wat jaren 'Schiedamse Passage'.

(Voor deze tekst is mede gebruik gemaakt van het boek "Eenige versiering zou echter wel gewenscht zijn", door Cees van der Geer en Jan Dröge, een uitgave van het Fonds Historische Publikaties Schiedam)


S.Ph. Louis

Trefwoorden



> Startpagina > De Geschiedenis van Schiedam > Stedelijke ontwikkeling > Monumentale gebouwen